Wat is het probleem?
Als we ouder worden neemt de de energie behoefte af. We gaan wat minder bewegen en dan heb je ook minder calorieën nodig. We gaan dan ook kleinere porties eten.
De behoefte aan eiwit neemt echter niet af. Die is gekoppeld aan je BMI ofwel lichaamssamenstelling en niet aan het bewegen. Sterker nog, als je ouder wordt neemt de eiwitbehoefte toe, omdat het lichaam iets minder efficient wordt in de omzetting naar spierweefsel terwijl de afbraak sneller gaat.
Als er sprake is van ziekten gaat de eiwitbehoefte sterk omhoog omdat dit nodig is voor herstel.
Als we ouder worden is er vaak sprake van (meerdere) chronische ziekten, dus hebben we dan nog meer eiwit nodig.
In bijgaande grafiek zien we het resultaat. De groene lijn is de energie behoefte. De rode lijnen zijn de eiwit behoeften.
Als we minder eten omdat we minder energie nodig hebben kan er een tekort op de eiwit inname ontstaan. Als dat samengaat met ziekten ontstaat er een nog groter tekort.
Richtlijnen
Vanuit wetenschappelijke studies zijn er meerdere richtlijnen over de hoeveelheid eiwit voor de verschillende doelgroepen.
De Gezondheidsraad heeft recent de richtlijn verhoogd naar 0,83 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht (g eiwit/kg). Dit is voor gezonde volwassenen. Meer dan een kwart van de ouderen haalt deze aanbeveling niet. Er is geen richtlijn voor ouderen, of voor zieken en kwetsbaren.
De Stuurgroep Ondervoeding heeft in 2017 de richtlijnen voor verschillende doelgroepen vastgesteld. Naast gezonde volwassenen (0,8 g eiwit/kg) kwam er een nieuwe doelgroep bij: gezonde ouderen 65+'ers (1,0 g eiwit/kg). Voor chronisch zieken werd de range gesteld op 1,2-1,5 g eiwit/kg, en voor acuut zieken 1,2-1,7 g eiwit/kg.
In ziekenhuizen wordt al sinds 2007 bij patienten, gescreend op ondervoeding, de eiwitinname norm van 1,2 g eiwit/kg gehanteerd.
In 2020 is in de Promiss studie publicaties aangetoond dat bij gezonde 65+'ers een eiwit inname van 1,0 g eiwit/kg wordt geadviseerd, omdat dit het fysiek functioneren ten goede komt. Voor personen met een te hoge of te lage BMI wordt geadviseerd uit te gaan van het aangepaste lichaamsgewicht.
Daarnaast is het voor een optimale eiwitsynthese in het lichaam belangrijk dat ouderen één keer per dag, en als het lukt twee keer per dag, een maaltijd eten die tenminste 30 g eiwit bevat.
